De Västgötaspets
De Västgötaspets is een oud ras, reeds bekend uit de tijd van de Vikingen. Ze komen uit de vlak gelegen gebieden van Skåne en Västergötland. In de vorige eeuw werden ze steeds zeldzamer. Het leven op het platte land veranderde snel en gebruikshonden werden steeds minder noodzakelijk. Rond 1940 was het ras nagenoeg uitgestorven. Enkele liefhebbers namen het op zich dit ras te redden van de ondergang. Hun inspanningen zijn vandaag de dag nog merkbaar. Het ras is geheel gered van de ondergang.
De Västgötaspets is een kleine kortbenige Scandinaviër met een waakzame alerte en energieke houding. Zijn typische “Spits-uiterlijk” is gekoppeld aan herderswerkeigenschappen. Ze zijn echte hielenbijters meer geschikt voor het drijven van koeien dan voor schapen en paarden.
Het rasbeeld
Algemeen voorkomen: stevig gebouwd met typische lichtere aftekeningen aan snuit, keel en schouders. Het hoofd moet tamelijk lang en droog besneden zijn met een vlakke schedel en een goed ontwikkelde stop van bovenaf gezien wigvormig van schedel tot de punt van de neus. De voorsnuit is van opzij gezien enigszins vierkant en een weinig korter dan de schedel. Netjes gesloten lippen. Neuspigment goed zwart.
Middelmatige grote ogen ovaal van vorm en donkerbruin. De oren zijn puntig en rechtopstaand, beweeglijk en van middelmatige grootte. De hals lang en gespierd. De rug moet recht zijn, gespierd en met korte sterke lendenen. De borst diep en lang met goed gewelfde ribben, van voren gezien is de borst eivormig, het borstbeen zichtbaar doch niet geprononceerd. De schouderbladen voldoende lang en schuin naar achteren liggend. Van opzij gezien is de voorhand absoluut recht. De benen moeten stevige bones hebben. De achterhand bestaat uit goed gehoekte en gespierde benen. De voeten zijn middelmatig groot, ovaalvormig en recht naar voren wijzend.
De bovenvacht is hard, dicht en goed aanliggend. De ondervacht wollig, dicht en van zacht haar. Men prefereert de volgende kleuren: staalgrijs, grijs/bruin, grijs/geel, rood/geel, grijsrood of rood/bruin met donkere haren op de rug, hals en zijkanten van het lichaam. Lichter haar van dezelfde kleur op de voorsnuit, keel, borst, voeten, hakken en broek wordt graag gezien. Wit is in beperkte mate en op bepaalde plaatsen toegestaan.
Het karakter
Omdat het echte erfhonden zijn voelen ze zich op eigen terrein heel zeker en waakzaam en ze bezitten de typische spitsenstem. Tegenover vreemden kunnen ze wel eens wat meer terughoudend zijn. Het veedrijven zijn ze ook niet verleerd en daarom willen ze soms op een speelse wijze mensen in de hakken bijten. Dit is makkelijk af te leren. Västgötaspetsen zijn geen schoothondjes, ze gaan liever hun eigen gang en houden zelf voortdurend contact met de baas. Ze zijn prettige huishonden en gemakkelijk mee te nemen. Ook zijn het fijne werkhonden, zeer geschikt voor gehoorzaamheidstrainingen en behendigheid. Ze zijn intelligent en actief en willen op de hoogte blijven van alles wat er om hen heen gebeurd.
Het karakter is zacht van aard. De Västgötaspets moet net als elke hond, duidelijk en consequent worden opgevoed, maar wel met liefde en rust.
Västgötaspets pups
Västgötaspetsen behoren niet tot de bekende hondenrassen in Nederland en er is dan ook niet zoveel bekend over dit ras. De rasvereniging en de fokkers kunnen u verder informeren. Let er bij het uitzoeken van een pup op dat de honden in huis zijn geboren en ook opgroeien. Västgötaspetsen hebben een dergelijke socialisatie nodig.
Er worden zowel pups met een korte (stubby) als met een lange staart geboren. De lange staarten nemen allerlei vormen aan. Een mooie slag over de rug wordt graag gezien, maar alle andere staartdrachten zijn toegestaan. Vanaf september 2001 mogen staarten niet meer gecoupeerd worden. Maak uw voorkeur vooraf bekend bij de fokker.
Västgötaspetsen vormen een gezond ras. Erfelijke aandoeningen komen niet of nauwelijks voor.
Bron: internet